Achtergrond

Hotel Meester

Hotel2.jpg

Dit is het hotel van mijn betovergrootvader
Willem Meester. Het is nu geïncorporeerd in het Victoriahotel, dat je ziet als je het centraal station uit komt. Deze potlood tekening is gemaakt in 1911 door Herman Misset. Over de strijd die het Victoriahotel voerde om uit te breiden heeft Thomas Rosenboom een roman geschreven, Publieke Werken.
|

Jens Lindemann

Als aanvulling op de vorige post

Luister naar Jens Lindemann

jensfrt
Trumpeter Jens Lindemann is hailed as one of the most celebrated soloists in his instrument's history. Jens has played in every major concert venue in the world; from the Philharmonics of New York, Los Angeles, London, Manchester, Munich, Hamburg, Lucerne and Berlin to Tokyo's Suntory Hall and even the Great Wall of China. His career has ranged from appearing internationally as an orchestral soloist, recording with the Mormon Tabernacle Choir, being heralded as an official trumpeter for the N.H.L. Stanley Cup finals to playing lead trumpet with the renowned Canadian Brass. Jens has also won major awards ranging from Grammy and Juno nominations to winning the prestigious Echo Klassik in Germany as well as receiving an honorary doctorate. He has won first prizes in the most important classical trumpet competitions in the world, made numerous television and film appearances and performed at London's 'Last Night of the Proms' for over 40,000 people. In addition to his concertizing, Jens has also performed in football and baseball stadiums in the United States for over 70,000 fans!

Classically trained at the renowned Juilliard School in New York, Jens' proven ability to perform as a diverse artist places him at the front of a new generation of musicians. He has performed as soloist and recording artist with classical stars such as Sir Neville Marriner, Sir Angel Romero, Doc Severinsen, Charles Dutoit, Gerard Schwarz, Eiji Oue, Bramwell Tovey, Mario Bernardi and Jukka Pekka Saraste. Having recorded with BMG, EMI, CBC and the BBC, Jens is helping to redefine the idea of the concert artist by transcending stylistic genres and the very stereotype of his instrument by performing with "impeccable attacks, agility, and amazing smoothness" (The Clarin, Buenos Aires).

A prodigious talent, Jens Lindemann performed as a soloist with orchestras and won accolades at numerous jazz festivals while still in his teens. A prizewinner at numerous competitions including the prestigious ARD in Munich, Jens also placed first, by unanimous juries, at both the Prague and Ellsworth Smith (Florida) International Trumpet Competitions in 1992. Since then, he continues to perform with orchestras including, the London Symphony, Philadelphia, Beijing, Auckland, Bayerischer Rundfunk, Buenos Aires Chamber, Atlanta, Washington, Seattle, Dallas, Detroit, Houston, Montreal, Toronto, National Arts Centre, Vancouver, Edmonton, Calgary, Warsaw, Welsh Chamber, I Musici de Montreal, I Virtuosi di Roma, St. Louis, and Mostly Mozart at Lincoln Center.

Heralded internationally as an outstanding artist, critics have stated; "one of the most memorable recitals in ITG history" (International Trumpet Guild '03), "performed brilliantly in the North American premiere of Bernd Alois Zimmermann's Concerto with the Toronto Symphony (Toronto Star), "gave the virtuoso highlight of the evening on piccolo trumpet with the Montreal Symphony (Montreal Gazette), and "was absolutely riveting" in Los Angeles (LA Variety).

As one of the world's most exciting young trumpet soloists, the Los Angeles based Lindemann is internationally endorsed by the Yamaha Corporation and performs exclusively on 24K gold plated trumpets.

"The trumpet is capable of being played with the virtuosity of a violin, the tenderness of the human voice and the stylistic flexibility of the piano. It allows me an endless range of communication with audiences."- Jens Lindemann
|

Drank & Lindemans

Er is deze maand veel geproost op Jens met Lindemans wijn. Om één of andere redenen maken de verschillende familie Lindeman(s) veel dranken, hier staan ze op een rijtje.
logo1

De geschiedenis van Asbach Uralt

In 1892 stichtte de broer van de overgrootmoeder van Rick, Hugo Asbach in Rüdesheim de destilleerderij Asbach, waar men tot op heden Asbach Uralt maakt, de grootste Weinbrand (cognac) van duitsland.

Wanneer je het pittoreske dorpje Rüdesheim bezoekt, zal je overvallen worden, aangezien alles er op gericht is de mensen die het reisje langs de rijn maken, zoveel mogelijk cognac en gerelateerde produkten te verkopen. Echter, om de ware geest van de wijn te proeven, is niets zo lekker als een glas Asbach.

Site van Asbach


footer

De geschiedenis van Lindemans wijnen

De Engelse arts Henry Lindeman ontdekte tijdens zijn reizen door Europa de heilzame werking van wijn. in 1840 emigreerde Lindeman naar Australië. hij vestigde zich in de Hunter Valley en plantte in 1843 in Cawarra zijn eerste wijnstokken. Lindeman zag wijn als wezenlijk onderdeel van de voeding. Zijn wijnen waren bedoeld voor dagelijks gebruik en moesten direct na aankoop drinkbaar zijn. De productie van wijn stond toen nog in de kinderschoenen. In die tijd hadden alle rode wijnen jaren nodig om zich te onwikkelen en zacht te worden. Om de wijnen te laten rijpen bouwde hij een grote kelder. Pas als Henry Lindeman zijn wijn op dronk vond, mocht de fles over de toonbank.

Lindeman en zijn Engelse vrouw kregen 10 kinderen. Vijf zoons werkten mee in de wijngaard en het bedrijf groeide. Nu, anderhalve eeuw later, beschikt Lindemans over wijngaarden, wijnhuizen en kelders verspreid over heel Zuidoost-Australië.

Voortdurend wordt gezocht naar vernieuwingen om nog beter fruit te oogsten en dus wijnen van hogere kwaliteit te maken. Vooral de bin wijnen zijn bekend. Dit zijn inmiddels klassiekers die wereldwijd naam hebben gemaakt.

Rick's tip: De Shiraz Cabernet
Site van Lindemans wijnen

bubbelkes.JPG

De geschiedenis van Brouwerij Lindemans

Acht generaties geleden, in 1809, exploiteerde familie Lindemans een boerderij in Vlezenbeek, aan de rand van Brussel. Om tijdens de wintermaanden iedereen aan het werk te houden, werd besloten een klein lambik-brouwerijtje op de boerderij in te planten.
Door het groeiende succes van de lambik werd het brouwen stilaan belangrijker met als gevolg dat de landbouwactiviteiten werden stopgezet in 1930. Vanaf dat ogenblik begon de familie Lindemans Geuze en Kriek te produceren.
In 1978 werd Faro, een populaire volksdrank ten tijde van Breughel, opnieuw gelanceerd nadat ze bijna volledig van de markt verdwenen was.
Framboise werd voor het eerst op de markt gebracht in 1980, en ten gevolgen van het succes van dit fruitbier creëerde Lindemans 2 nieuwe fruitbieren: Cassis in 1986 en Pecheresse (perzikenlambik) in 1987.
Door de nog steeds groeiende vraag naar lambikbieren was de capaciteit van de verouderde brouwzaal te klein geworden om de productie te volgen. In 25 jaar tijd groeide de productie van 5.000 Hl naar 50.000 Hl. Om de lambik te vrijwaren voor een kwaliteitsdaling ten gevolgen van overproductie, werd in 1991 besloten om naast de oude brouwerij een nieuwe brouwzaal op te richten, met een capaciteit die drie keer hoger lag.
In 1995 werd er opnieuw creatief met lambik geëxperimenteerd, en zag een ongewoon bier het licht: het Tea Beer, een bier met een verrassende citroenzuur -zoete smaak.
Door de jarenlange ervaring met lambik en door steeds een perfecte kwaliteit na te streven, bleven ook de resultaten niet uit:
In 1985 riep Michael Jakson (The Beerhunter) Lindemans Kriek uit als één van de 5 beste bieren van de wereld.
W.B.C. Festival 1994-1995:
Lindemans Kriek Lambic : Platina medaille
Lindemans Pecheresse: gouden medaille
Cal. B. Festival 1995:
Lindemans Framboise: Gouden medaille
Lindemans Geuze Lambic: gouden medaille
W.B.C. 1996: 
brouwerij Lindemans werd uitgeroepen tot één van de tien beste brouwerijen van de wereld.
W.B.C. 1997: 
brouwerij Lindemans werd uitgeroepen tot één van de tien beste brouwerijen van de wereld.
Deze onderscheidingen brachten met zich mee dat Brouwerij Lindemans, samen met de brouwerij Orval, het grootste aandeel heeft gekregen in de export van Belgische bieren naar de U.S.A.
Het streefdoel van brouwerij Lindemans bestaat hierin om de steeds evoluerende markt te volgen op een creatieve wijze, zonder het respect te verliezen voor het traditioneel moederbier; lambik.
Heden ten dagen is de boerderij-brouwerij volledig ingepalmd door de brouwzaal, fermentatiezolders en -kelders, de bottelarij en stockageplaatsen.
De produktiecapaciteit van de brouwerij in 2003 was 50.000Hl, waarvan 30% bestemd was voor export naar o.a. Frankrijk, Verenigde Staten, Zwitserland, Duitsland, Zweden, Nederland, Japan, Argentinië, Engeland, Italië, Portugal,...
De brouwerij wordt beheerd door René en Nestor Lindemans, geholpen door hun zonen Dirk en Geert Lindemans, en de exportmanager Tony Dillen.

Site van de brouwerij Lindemans
|

De naam Fjodor

De naam Fjodor kwam voort uit een aantal dingen: 1. Lindeman met twee voorletters ervoor staat mooier. 2. De korte naam Jens werd met een twee-lettergrepige naam mooi uitgebalanceerd. 3. Fjodor is een erg mooie naam, maar misschien iets te apart als eerste naam. 4. In verband met de toekomstige gasmacht van de Russische Federatie is het natuurlijk altijd handig om aan te sluiten bij het oude keizerijk Happy

Fjodor is een Russische naam. In het Cyrillisch alfabet wordt het zo geschreven: Фёдор. Er zijn een aantal Russen waarnaar verwezen kan worden. Zo is er bijvoorbeeld Fjodor I Ivanovitsj, Tsaar van alle Russen tussen 1584 en 1598, en zoon van Ivan de verschrikkelijke (vandaar Ivanovitsj zou. Jens dan ook Fjodor Rickovitsj genoemd worden in Rusland.).

We werden echter meer geïnspireerd door Fjodor Dostojevski.

180px-Dostojevski_1872

Fjodor Dostojevski door Vasili Perov, 1872

Fjodor Michajlovitsj Dostojevski (Фёдор Михайлович Достоевский) (Moskou, 11 november 1821 – Sint-Petersburg, 9 februari 1881) was een Russisch schrijver en publicist, een van de meest bekende auteurs uit de Russische literatuur. Hij wordt gerekend tot de z.g. Realistische School in Rusland, hoewel zijn werk zich van veel andere realisten onderscheidt door het wijsgerig gehalte en de dominerende dialoogvorm. Dostojevski liet een omvangrijk oeuvre na. Hij werd onder meer beroemd door zijn boeken De gebroeders Karamazov (Карамазов), Misdaad en straf en De idioot. Dostojevski schreef in een typerende, gehaaste stijl, met veel nadruk (emfase) en beklemtoning en met gebruik van herhalingen. Veel van zijn belangrijkste personages zijn mensen die lijden en vernederd worden vanwege hun gepassioneerdheid. Dostojevski leed aan epilepsie. Naar eigen zeggen is dit van invloed geweest op zijn werk.

Dostojevski's vader stamde af van een familie die eens behoorde tot de oude, maar kleine Litouwse adel. Zijn grootvader was hoofdpriester in de Geünieerde Russische Kerk in het Slowaakse Bratislava. In plaats van te kiezen voor de kerkelijke carrière, besloot Dostojevski's vader naar Moskou te trekken, rond 1818, en medicijnen te studeren. Zijn moeder had als koopmansdochter een voor meisjes van die klasse ongewoon brede culturele opvoeding genoten.
In 1821 verhuisde het gezin Dostojevski sr. naar het Marinski-Ziekenhuis voor de Armen, een filantropische instelling waar ze gingen wonen, en waar Fjodor, een van de zeven kinderen, werd geboren. Hij groeide op in een gezin met privé-personeel. In 1831 kocht dokter Dostojevski een vervallen dorpje, met honderd mannelijke lijfeigenen, niet alleen om te kunnen overheersen, maar ook om zijn gezin 's zomers frisse lucht en vrijheid te bieden. Terug thuis moest er hard worden gestudeerd. Vader Dostojevski gaf zelf Latijn, met de 'ijzeren drill'.
In 1837 vertrok het gezin naar Sint Petersburg. Vader werd opvliegender, en op de nieuwe school zagen de jongens hoe rijkere geprivilegieerden voorrang genoten. Op zestienjarige leeftijd verloor Fjodor zijn moeder aan TBC, en moest hij naar de militaire academie, die hij drie jaar lang verafschuwde. Dostojevski's vader werd twee jaar nadat hij uit dienst trad op een klein landgoed van Moskou door een groep lijfeigenen vermoord, uit wraak voor de slechte behandeling. Dat bezorgde Dostojevski een enorm schuldgevoel, omdat hij zijn heetgebakerde, norse en achterdochtige vader al veel dood had gewenst.
Na de militaire ingenieursschool in Sint Petersburg nam Dostojevski actieve dienst als tekenaar bij het Petersburgse ingenieurscommando of corps van de genie. Een jaar later werd hij ontslagen, maar ondertussen was hij begonnen met het vertalen van werken van Honoré de Balzac en George Sand. Hij kreeg een aanstelling als officier, maar in 1844 nam hij ontslag om zich geheel aan het schrijven te wijden. Met zijn eerste roman, Arme mensen, verschenen in 1845, oogstte hij al meteen succes. Kort daarop schreef hij een tweede roman, De dubbelganger, die in 1846 verscheen.

Siberische jaren
Dostojevski leefde in de tijd van het Russische tsarendom. Lijfeigenschap bestond er nog. Dostojevski's aanwezigheid in 1849 bij een bijeenkomst van de socialistisch getinte en idealistische Petrasjevskigroep, die pleitte voor afschaffing van dat systeem, werd door een van de agenten van de tsaar genoteerd. Op 23 april 1849 werd hij gearresteerd en veroordeeld tot de dood door het vuurpeloton. Net voor het moment van executie (mogelijk een schijnexecutie) kreeg hij gratie en kreeg hij in plaats daarvan vier jaar dwangarbeid in Siberië; daarna moest hij in dienst en werd hij nog een aantal jaren verbannen naar Semipalatinsk. Een aantal van zijn boeken getuigt van de verschrikkingen die hij in de werkkampen meemaakte.
Zijn Siberische jaren gebruikte Dostojevski om vanuit een atheïstische stellingname het christendom te onderzoeken. Het Nieuwe Testament was de enige literatuur die hij daar tot zijn beschikking had en uiteindelijk verzoende hij zich met het christelijk geloof; hij schreef in zijn latere leven: Mijn hosanna komt voort uit de vuurproef van de twijfel.
In 1854 zat zijn dwangarbeid erop en moest hij als gewoon soldaat in militaire dienst. In die tijd overleed de vrouw van Tsaar Nicolaas I en nadat hij een ode aan haar had geschreven werd hij bevorderd tot onderofficier. In 1857 trouwde hij met Maria Isajeva. In april 1858 werd hij op medische gronden ontslagen uit militaire dienst. Hij vestigde zich eerst in Tver in het westen van Rusland. In 1859 mocht hij terug naar St. Petersburg. Vanaf toen kwam er vaart in zijn literaire loopbaan.

Vruchtbaarste jaren

Winterse notities in Parijs
Zijn literaire rentrée maakte Dostojevski met Oompjes droom en Het dorp Stepantsjikovo en zijn inwoners (1859). In 1861 volgden De vernederden en vertrapten en Aantekeningen uit het dodenhuis, naar aanleiding van zijn tijd in de werkkampen. Vooral met dat laatste autobiografische verhaal over zijn helse Siberische dwangarbeid, verwierf hij grote roem. Het eerste gedeelte van Aantekeningen... werd in september 1859 gepubliceerd in De Russische Wereld.
In 1861 werd hij redacteur van het tijdschrift de Tijd (Врзмя/ Vremja), dat hij samen met zijn broer Michail had opgezet en uitgaf. In dat tijdschrift publiceerde hij later ook de Winters notities over zomerse indrukken, een journalistiek reisverslag met kritische en ironische passages over het leven in het Westen. Dostojevski bezocht in 1862 onder meer Parijs, waar hij op dezelfde wijze als vreemdeling behandeld werd als de Amerikaanse schrijver Saul Bellow in 1948, die er Dostojevski las.
Dostojevski trok naar het Westen om uit te vissen in welke mate de Europese ideeën (die van Saint-Simon, Fourier en Sébastien Cabet), waarmee hij had geflirt en waar hij z'n ballingschap aan te danken had, nu werkelijk toegepast werden. Zijn bezoek was bovendien beïnvloed door zijn Slavofilisme en zijn contact met Alexander Herzen, de meest invloedrijke Russische balling in Europa. Herzens standpunten komen een aantal keer terug in Dostojevski's werk.
Het burgerlijke Frankrijk dat hij aantrof wekte zijn diepste haat:
"De westerling spreekt van broederschap als de grote drijvende kracht achter de mensheid, maar begrijpt niet dat je onmogelijk broederschap kunt bereiken als die in werkelijkheid niet bestaat ... Broederschap ligt niet in de Franse aard, of meer algemeen, niet in de westerse aard. In plaats daarvan zie je een individualistisch principe, een afzonderingsprincipe, een principe louter gericht op zelfbehoud, op persoonlijk gewin, op zelfbeschikking, gericht op het ik tegen de hele natuur en de rest van de mensheid als een onafhankelijk, autonoom principe dat geheel gelijk en gelijkwaardig is aan alles wat erbuiten staat."
Dostojevski wees het individualisme niet helemaal af, alleen de westerse vorm, en hij wees op een hoger individualisme van vrijwilige, welbewuste zelfopoffering zonder enige dwang van buitenaf, van je hele zelf ten bate van alle anderen. In de Franse kleinburgerlijkheid zag hij het verraad aan zijn idee van de belangrijkste beloften van de moderne tijd. De centrale idee van Dostojevski was : "Laten we tonen wie we zijn in al onze aangeboren lompheid. Geen maskers meer !" Zijn reis naar Frankrijk zou ook De Gebroeders Karamazov sterk beïnvloeden.

1864
In 1863 werd het blad Vremja opgedoekt. De gebroeders Dostojevski gaven het in 1864 een vervolg als Epocha. Zijn Dagboek van een schrijver verscheen in 1864 in afleveringen in dat laatste blad en van 1873-1874 in het blad De Burger, waar hij ook redacteur van was. In 1876 verscheen het dagboek voor het eerst in boekvorm.
In 1863 had Dostojevski een passionele maar complexe relatie met Apollinarija Suslova, de hooghartige, hypersensuele en 'infernale' vrouw die model staat voor verschillende figuren in zijn oeuvre. Met haar, en zijn passie voor het roulettespel, leerde hij de diepten in zijn ziel en bestaan kennen. Hij was en bleef, zoals Alexander Herzen over hem schrijft, een tamelijk naïeve, onzekere man, maar alleraardigst, een geniale mozaïek.
1864 was het annus horribilis voor Dostojevski. In april 1864 overleden zowel Dostojevski's vrouw als zijn broer, die grote schulden achterliet. Van de speeltafels in Bad Homburg, waar hij alles op het spel zette, werd hij teruggeroepen naar het sterfbed van de vrouw met wie hij sinds zijn militaire dienst in Siberië ongelukkig getrouwd was geweest. De 16de april, daags na haar dood, schreef hij : "De ander liefhebben als jezelf is onmogelijk. Het Ego houdt hem tegen. Slechts Christus was hiertoe in staat, maar Christus is een voortdurend en eeuwig ideaal."
De schrijver nam de schulden van zijn broer over, evenals de zorg voor het gezin van zijn broer. Door dit alles raakte hij zelf in geldnood. In een poging gevangenisstraf wegens schulden te voorkomen trachtte hij tevergeefs een idee voor een roman die De dronkaard zou heten, te verkopen. In 1865 sloot hij een contract met de dubieuze uitgever en speculant Stellovski, waarin bepaald was dat als Dostojevski niet vóór 1 november 1866 een roman af zou hebben, de uitgever 9 jaar lang elke letter die de schrijver produceerde naar eigen goeddunken en zonder honorering mocht gebruiken en publiceren. De roman kwam op tijd af en kreeg als titel De Speler. Hij verscheen uiteindelijk in 1868.
Eind juli 1865 vertrok Dostojevski weer naar de roulettetafels in het Westen, maar na vijf dagen in Wiesbaden was hij alles kwijt. Alleen door een lening van de Russische schrijver Toergenjev en een Russische priester kon hij in oktober 1865 terug naar Sint-Petersburg. Daar schreef hij Herinneringen uit het ondergrondse, door Dr. M.A. Lathouwers omschreven als "een Apocalyps van de vrijheid en het irrationele in de menselijke existentie" (Lathouwers, M.A.: Dostojewskij, Desclée De Brouwer, 1968).
De Speler schreef hij in minder dan vier weken, met hulp van zijn nieuwe secretaresse Anna Snitkina (25 jaar jonger dan de schrijver), met wie hij in 1867 trouwde, kort na zijn krachtdaad. Anna zou hem tot zijn dood de nodige zielenrust bezorgen. Een jaar later vluchtten ze weer naar het buitenland (Dresden, Zwitserland en Florence) voor de schuldeisers.

Misdaad en straf
In 1866 was zijn eerste grote roman Misdaad en straf (vroeger vanuit het Duits in het Nederlands vertaald als Schuld en boete) in delen gepubliceerd in De Russische Bode.
Deze roman, die gaat over de psychologie van het kwaad, bracht hem ook internationale erkenning. In het buitenland schreef hij de romans De idioot en De eeuwige echtgenoot en kwam hij een eind op streek met Boze geesten. In de zomer van 1871 was hij weer terug in Petersburg; daar schreef hij de laatste delen van zijn oeuvre.
Sterker dan ooit was Dostojevski in deze tijd jaloers op de voorspoed van zijn populaire tijdgenoten Toergenjev, Gontsjarov en Tolstoj. Hij stond diep in de schuld bij zijn uitgever, zeker nadat De idioot geen kassucces was gebleken. Hij smeekte voortdurend om geld, maar schreef tegelijk dat hij nooit de belofte wilde breken dat hij nooit op bestelling zou schrijven.
Toch stond hij in augustus-september 1871 goed bij de reactionaire regering na de publicatie van de eerste fragmenten van Boze geesten, volgens Dostojevski een bijna historische studie over de gevolgen van de scheiding van de Russische intellectuelen van de Russische massa's.
Ondertussen deed Dostojevski waar hij goed in was: schrijven. De jongeling werd gepubliceerd in 1875, De zachtmoedige in 1876 (gepubliceerd als zelfstandig verhaal in Dagboek van een schrijver) en De droom van een belachelijk mens in 1877.
Ondertussen was hij aan zijn meesterwerk De gebroeders Karamazov begonnen, dat zoveel van hem vergde dat hij tijdelijk geen afleveringen van zijn Dagboek van een schrijver meer kon aanleveren. De beide delen van de roman werden in 1879 en 1880 gepubliceerd. Een van de meest aansprekende onderdelen van de roman is De groot-inquisiteur, grotendeels een uiterst scherpe (schijnbare) dialoog tussen de groot-inquisiteur van Sevilla en Jezus Christus. De legende wordt wel aangeduid als een van de hoogtepunten uit de literatuur.
De schrijver ondernam zelf een intense intellectuele zoektocht naar de diepere betekenis van het mens-zijn en het menselijk bestaan en concludeerde tenslotte dat de westerse cultuur en het westerse christendom heilloos en decadent waren geworden. Hij vond dat de zuiverste vorm van het christendom gezocht moest worden bij de Russische orthodoxie. De groot-inquisiteur is oppervlakkig gezien een aanval op de kerk als instituut zowel als op het opkomend socialisme en de socialistische heilstaat. In wezen wilde Dostojevski door middel van een dialoog tussen een kerkelijke machtsfiguur en Jezus Christus (strikt gezien een monoloog van de groot-inquisiteur) de mens zelf met al zijn tegenstrijdigheden en zijn machtsdenken ontmaskeren. Volgens Dostojevski komt de mens die zijn heil zoekt in de verbetering van systemen en structuren of het opleggen van harde wetten bij onheil uit. Dat heilloze zoeken komt volgens hem voort uit het verlies van vertrouwen in God als schepper. Ook vond hij dat Jezus velen had teleurgesteld door niet in datzelfde denken en zoeken mee te gaan, maar een andere, geestelijke, dimensie aan te bieden waardoor het Gods koninkrijk op aarde gerealiseerd zou kunnen worden.

Nadagen
In zijn latere jaren vergaarde Dostojevski grote roem als spreker. Met name zijn toespraak in Moskou bij de onthulling van het standbeeld van Poesjkin maakte zoveel emoties los bij de toehoorders, dat de kranten er de volgende dag vol van stonden.
Op 9 februari (28 januari volgens de Juliaanse kalender, zie Gregoriaanse kalender) 1881 overleed Dostojevski aan een longbloeding. Zijn dood veroorzaakte nationale rouw.

Invloed van zijn werk
Dostojevski's werk heeft de 20ste eeuwse literatuur, en een aantal bewegingen binnen de filosofie en psychologie van de 20ste eeuw sterk beïnvloed. Dostojevski gaf in zijn werk blijk van een genuanceerd begrip van de menselijke psychologie, met sterk gedramatiseerde scènes in zijn werk waar zijn personages, in een verhitte atmosfeer, zich passioneel uitleefden in Socratische dialogen maar dan op z'n Russisch.
De Godsvraag, het probleem van goed en kwaad en het lijden van de onschuldige mens komt de lezer van Dostojevski's werk telkens weer tegen. Tussen zijn personages vindt de lezer bescheiden en zelf-kritische Christenen (zoals Prins Myshkin, Sonya Marmeladova, Aloysha Karamazov), zelfvernietigende nihilisten (zoals Svidrigailov, Smerdyakov, Stavrogin, de Ondergrondse Mens), de cynische losbandelingen (zoals Fyodor Karamazov) en rebelse intellectuelen (Raskolnikov, Ivan Karamazov).
Dostojevski's personages worden gedreven door ideeën eerder dan door platvloerse biologische of sociale drijfveren. Ze zijn, eerder dan realistisch voorstelling, meer een symbolisering van de ideeën die ze vertegenwoordigen. Dostojevski wordt daarom wel eens geciteerd als een van de voorlopers van het Literair Symbolisme.
Dostojevski's romans zijn sterk samengevat in tijd. Soms gebeurt het gros van de gebeurtenissen in één roman in slechts een paar dagen. De personages zijn weinig tijdsgebonden maar eerder een afspiegeling van spirituele waarden en dus per definitie tijdloos, waardoor Dostojevski's romans ook die kant opgaan. Andere thema's die voortdurend terugkomen zijn zelfmoord, verloren eer, ineengestortte familie-waarden, spirituele verpaupering door lijden, verwerping van het Westen en bevestiging van de Russische Orthodoxie en het Tsarisme.
Hoewel Dostojevski's werk door Bakhtin polyphonisch genoemd werd, is zijn werk niet in een en amper in meerdere hokjes te vangen. Ook zijn invloed gaat naar uiteenlopende stromingen als de twintigste eeuwse literatuur, existentialisme en expressionisme in het bijzonder. Samen met Nietzsche zou Dostojevski symbool staan voor het literair modernisme.

Bibliografie
200px-Grafmonument_Dostojevski
Grafmonument van Dostojevski in Sint Petersburg (Tichvin-begraafplaats bij het Alexander Nevski Klooster)

• Arme mensen (1845)
• De dubbelganger (1846)
• De verstotene (1849)
• Het dorp Stepantsjikovo en zijn bewoners (ook wel: ...en zijn inwoners) (1859)
• De vernederden en vertrapten (ook wel: De vernederden en gekrenkten) (1861)
• Herinneringen uit het Dodenhuis (1860-1862)
• Aantekeningen uit het ondergrondse (1864)
• Misdaad en straf (ook wel: Schuld en boete) (1866)
• De Speler (1868)
• De idioot (1868)
• De eeuwige echtgenoot (1870)
• Demonen (ook wel: Boze geesten) (1872)
• De jongeling (1875)
• De zachtmoedige (1876)
• Dagboek van een schrijver (1876)
• De droom van een belachelijk mens (1877)
• De gebroeders Karamazov (1879-1880)
Andere werken:
• Brieven
• Een roman in negen brieven
• Meneer Prochartsjin
• De hospita
• Polzoenkov
• Een schuchter hart
• Een eerlijke dief
• Het kerstfeest en de bruiloft
• De vrouw van een ander en de man onder het bed
• Witte nachten
• Njetotsjka Njezvanova
• De kleine held
• Oom's droom
• Een nare geschiedenis
• Winterse opmerkingen over zomerse indrukken
• De krokodil

(Bron:Wikipedia)
|

De naam Jens

We kwamen op de naam Jens door de moeder van Celine. Hoewel hij op het moment zelf niet heel opviel tussen andere namen, kwam hij na een weekje weer bovendrijven. Wij vonden hem stoer, voor een echte Viking, en krachtig, terwijl toch mooi en apart was.

P1010036.JPG
Oma Bell

Jens is een Noorse naam, afgeleid van Johannes, net zoals in het Nederlands Jan. Johannes betekent "Jahweh is genadig" is het Hebreeuws, de taal van het oude testament. Ook Opa Guus heeft trouwens Johannes in de naam: Guustaaf Jozef Maria Johannes Lindeman.

Hierbij moet worden opgetekend dat wij niet de religieuze connotatie in het achterhoofd hadden toen we de naam kozen. Hoewel een extra feestdag natuurlijk altijd goed is: 24 juni is de naamdag van Jens, de geboorte van de heilige Johannes de doper. In sommige, Zuidelijke, landen is de naamdag nog belangrijker dan de verjaardag. Een extra snoepje zit er dan vast wel in...

2406

Rick &Celine
|

Stamboom

Pasted Graphic



Oud-oom Joep heeft me op de familie-stamboom gezet. Klik hier voor de doorklikbare stamboom
|